Wat doet een stoma?

Een stoma zorgt dat urine of ontlasting je lichaam kan verlaten. Normaal verlaten deze het lichaam via de anus of via de plasbuis. Na een stoma-operatie neemt de stoma die functie over. Er zijn drie verschillende soorten stoma’s:

  • Colostoma: Hierbij wordt een deel van de dikke darm (colon) door een opening in de buikwand geleid. Dit wordt meestal gedaan wanneer het onderste deel van de dikke darm of de endeldarm niet gebruikt kan worden.
  • Ileostoma: Bij een ileostoma wordt het laatste deel van de dunne darm (ileum) door de buikwand naar buiten geleid. Dit is vaak nodig als de dikke darm niet gebruikt kan worden.
  • Urostoma: Een urostoma is nodig wanneer urine niet via de normale route (de blaas en urethra) het lichaam kan verlaten. De urineleiders worden naar de buitenkant van de buikwand geleid.

 

Een stoma heeft geen sluitspier, dus je hebt geen controle over het afvoeren van ontlasting of urine. Daarom draag je een opvangzakje over de stoma dat het afval verzamelt. Het leren omgaan met en verzorgen van je stoma is een belangrijk deel van het aanpassingsproces na de operatie.